20 jaar!

In 1995 was ik bezig met m’n HTS-elektrotechniek/telematica opleiding en begon ik als stagiaire bij de EO op de afdeling internet. Deze afdeling bestond uit één persoon, die in mei van dat jaar begonnen was om te onderzoeken wat een omroep nou met internet moest. Hij werkte een dag of 3 à 4 per week en ik kwam daar als fulltime stagiaire bij, met programmeer ervaring maar zonder al te veel internet kennis. De stage was geweldig, veel experimenteren, veel zelf maken, steeds weer unieke, nieuwe dingen bedenken en na de stage had ik “superveel” internet kennis. Ook mijn afstudeer stage deed ik bij de EO, een concept ontwikkelen voor een ‘Interactief radio station op het Internet’. Het is helaas bij een concept gebleven.

De afdeling groeide van 2 naar 20 à 30 mensen. Nog steeds werd er veel geëxperimenteerd en we waren altijd met de nieuwste technieken bezig, audio, video, festivals, VR-achtige dingen, ik weet niet meer wat we allemaal gedaan hebben.
In de tussentijd had de VPRO het systeem dat zij voor hun website(s) gebruikte, MMBase, als Open Source uitgebracht en zijn wij dat ook gaan gebruiken. Vrij snel daarna was ik een van de core-ontwikkelaars van MMBase.
De Internet afdeling was, vanwege bezuinigingen, helaas weer een stuk kleiner geworden. De werkzaamheden werden ook minder interessant, het was veelal hetzelfde kunstje voor steeds weer een ander programma. Het experimenteren was er wel een beetje af en ik begon me af te vragen of ik er nog wel op mijn plek zat.

Het antwoord hierop kwam in het najaar van 2003. De Balie in Amsterdam, had een festival. Voor dit festival hadden ze MMBase gebruikt, maar de persoon die dit opgezet had, had niet de technische kennis die nodig was om zo’n systeem op te zetten voor grote aantallen bezoekers op de site. Aangezien het gebruikelijk was om in de MMBase community elkaar te helpen (net zoals het nog steeds is in veel Open Source communities), benaderde ik de ontwikkelaar van de site en gaf een aantal tips hoe hij ervoor kon zorgen dat de site beter bleef draaien als de bezoekersaantallen opliepen. Dat had inderdaad effect en hij vroeg of ik na het festival niet een keer een dagje langs kon komen om hem ook te helpen bij de algemene site van De Balie, tegen betaling natuurlijk.
Dus op 17 september 2003 was het zover, ik had m’n eerste klus, buiten de EO. Dit gaf zoveel energie en ik kreeg weer hetzelfde gevoel als in de eerste periode tijdens m’n stage. Dus toen ik thuis kwam, wist ik het, het wordt tijd voor iets anders, ik ga voor mezelf beginnen en m’n bedrijf Million Pieces was geboren, vandaag precies 20 jaar geleden!

Ik heb een inschrijving bij de KvK geregeld, me aangemeld als eenmanszaak bij de belastingdienst en m’n werk bij de EO langzaam afgebouwd. Een spannende stap, we hadden net een huis gekocht, 2 kleine kinderen, maar ik heb er geen moment spijt van gehad. De zelfstandigheid, de mogelijkheid om veel verschillende bedrijven te helpen met hele uiteenlopende projecten, ik had er niets van willen missen.

Helaas is het ook een aantal jaren minder goed gegaan, omdat in vrij korte tijd al m’n werk stopte, nieuwe projecten niet doorgingen en het een tijdlang niet lukte om nieuwe projecten te vinden. Toen al onze financiële reserves op waren en ik met m’n rekenmachine door de supermarkt liep om te kijken wat we nog konden kopen, heb ik me wel eens afgevraagd of het wel een verstandige keuze was. Maar uiteindelijk kwam het iedere keer weer goed en hebben we die periode gelukkig achter ons kunnen laten. Ik heb zelfs personeel tegenwoordig, m’n vrouw Ilonka 😉

Terwijl ik dit zo schrijf, probeer ik me te herinneren wat voor projecten ik allemaal gedaan heb. De eerste jaren waren veelal projecten met MMBase. Websites ontwikkelen, nieuwe features voor MMBase (oa een forum samen met Daniel Ockeloen), maar ook software waar gemeenten hun inwoners konden laten kiezen van welke onderwerpen zij via de mail op de hoogte wilde worden gehouden.

Later heb ik veel met Google Maps gedaan, oa meegewerkt aan In Europa van de VPRO, Op zoek naar Hebe van de EO, een kaart met Tweets voor de Pinkpop-uitzendingen en de voorjaarsklassiekers bij de NOS.

Ik heb zelfs nog een tijd een “nieuwsdienst” op Twitter gehad, de gvenkdaily, waar ik iedere ochtend een samenvatting gaf van het belangrijkste technieuws.

En nu ben ik al weer vele jaren voornamelijk bezig met WordPress-projecten, plugins ontwikkelen of organisaties helpen met complexe WordPress installaties.

Sinds Corona heb ik er een nieuwe uitdaging bij, freelance docent bij de opleiding CMD aan de HvA. Ook weer erg leuk, m’n kennis en ervaring overbrengen aan leergierige jonge mensen.

Wat er nog allemaal in het verschiet ligt, geen idee, maar ideeën en uitdagingen zijn er genoeg. Ontwikkelingen gaan nog steeds reuze snel, dus me vervelen doe ik nog lang niet ;-).

In 20 jaar heb ik zoveel mensen ontmoet en met zoveel mensen samengewerkt, dat had ik ook voor geen goud willen missen. En natuurlijk de belangrijke thuisbasis, m’n gezin. Bedankt Ilonka en natuurlijk ook Dani, Jona en Myrre voor jullie steun, ook in tijden van deadlines, stress en financiële problemen.

Op naar de volgende 20 jaar!

Enne…heb je een leuk project, zoek je een (WordPress) ontwikkelaar of wil je technisch advies? Ik sta altijd open voor een goed kopje koffie 😎
Stuur me een e-mailtje of vind me op social media met @gvenk.


Afbeelding Matthew Ball op Unsplash

Onbeperkt gratis gebruik Google Maps API is voorbij

In april waarschuwde Google al dat het er aan zat te komen, limieten op het gebruik van de Google Maps API. En nu zijn de details bekend gemaakt.

De introductie van de Google Maps API in 2005 wordt gezien als het begin van het Mashup en API tijdperk. Nu 6 jaar later, zijn APIs ‘serious business’ geworden en zijn ze niet meer weg te denken. Maar APIs kunnen voor een bedrijf ook erg kostbaar zijn. Anderen profiteren van de diensten die een bedrijf aanbiedt, in veel gevallen zonder daar iets voor te hoeven betalen. Langzamerhand worden er steeds meer betaalde APIs aangeboden, vaak met een beperkte, gratis variant (gelimiteerd of met reclame).

Eerder dit jaar schrapte Google al een hele serie APIs en maakte van de gratis Translate API een volledig betaalde variant. En nu is het dus de beurt aan de Google Maps API.

Er was overigens altijd al een betaalde variant van de Google Maps API, de Google Maps API Premier. Deze is bedoeld voor bedrijven die support willen, geen advertenties, meer geocoding of de kaarten intern willen gebruiken.

Google legt in de FAQ uit, welke limieten er geïntroduceerd worden. De API blijft gratis tot 25.000 ‘Map loads’ per dag voor de normale kaarten en tot 2.500 ‘Map loads’ per dag voor aangepaste kaarten. Daarboven moet er vanaf begin 2012 betaald worden. Voor de normale kaarten zal dit $4 per 1000 ‘Map loads’ worden en voor de aangepaste kaarten $4 of $8 per 1000 ‘Map loads’. Dit geldt zowel voor de JavaScript APIs als voor de Static Maps API. Opvallend is dat de oude JavaScript API (V2) ook nog ondersteund wordt, maar dat hiervoor $10 per 1000 ‘Map loads’ betaald moet worden.

Er wordt in de FAQ ook precies uitgelegd wat een ‘Map load‘ inhoudt. Het gaat hierom het laden van de Maps JavaScript door een website of applicatie of het genereren van een kaart afbeelding m.b.v. de Static API.

De limieten zijn overigens niet hard. Als een website over de limiet heen gaat, wordt niet direct de de kaart uitgeschakeld, maar bij herhaaldelijk overschrijden van de limiet, kan er een waarschuwing worden getoond op de kaart en zal iemand van Google contact opnemen.

Is het nu erg dat er voor de Maps API betaald moet gaan worden? De eerste reacties zijn overwegend positief. Natuurlijk is het jammer als je als ontwikkelaar moet gaan betalen voor iets dat voorheen gratis was, maar beter een betaalde versie dan helemaal geen Maps API meer.

Of dit nu zal betekent dat veel ontwikkelaars overgaan stappen op alternatieven, zoals bijv OpenStreetMap, zal de tijd moeten leren.

Overigens gelden de bovenstaande beperkingen alleen voor commerciële websites. Nonprofit websites kunnen zelfs nog in aanmerking komen voor opheffing van bepaalde limieten (bijv het uitschakelen van advertenties). Informatie hierover is te vinden op de Google Earth Outreach website.

Trends in API’s

Bij het ontwikkelen van internet toepassingen zijn API’s niet meer weg te denken, beter gezegd, ze zijn onmisbaar geworden. Zonder API was twitter niet zo succesvol geworden, zonder API was het een stuk lastiger om goede campagnes op Hyves of Facebook te voeren.

Het aantal organisaties dat een API aanbiedt is de afgelopen jaren enorm toegenomen. Op de website Programmableweb.com staan op dit moment 3891 API’s geregistreerd. In dit overzicht overzicht staan een kleine 40 Nederlandse API’s (overzicht is niet volledig, aanvullingen zijn welkom!).

Wat zijn op dit moment de trends in de (wondere) wereld van de API’s? Hieronder een overzicht:

json-only

Veel API’s bieden meerdere output formaten aan, meestal XML en JSON. Ontwikkelaars zijn gek op JSON. JSON is lekker simpel, niet te veel overhead, etc. Dit is de reden waarom veel API’s tegenwoordig JSON-only zijn. Vooral veel nieuwe API’s bieden alleen nog JSON aan als output formaat. Op Programmable Web is 20% van de nieuwe API’s (in 2011) al JSON-only. Maar ook steeds meer bestaande API’s stappen over op JSON-only.

Meta API’s

Als je een applicatie of mashup ontwikkelt, waarbij je alle informatie wilt gebruiken die over een bepaalde (geografische) locatie te vinden is, moet je meerdere API’s raadplegen, bijvoorbeeld Wikipedia voor de algemene informatie, Foursquare voor de checkins en tips, Twitter voor de tweets over de locatie, etc.

Het koppelen van de verschillende informatie bronnen kan soms complex zijn. De naam van de locatie is misschien net iets anders in Wikipedia dan in Foursquare en er bestaat al helemaal geen unieke id.

Meta API’s proberen een einde te maken aan dit probleem, door een overkoepelende API aan te bieden, of door een vertaalslag aan te bieden voor de id’s van de verschillende API’s. Een goed voorbeeld hiervan is de Uberblic Doppleganger API.

Realtime/Push API’s

Om een API te raadplegen moet meestal een verzoek naar een server gestuurd worden, waarna de resultaten binnengehaald kunnen worden. In deze tijd van realtime updates is dat vaak niet meer genoeg. Daarom worden er steeds meer push of ook wel realtime API’s aangeboden. Bij een push API worden nieuwe resultaten automatisch naar een applicatie gestuurd.

Bekend voorbeeld van deze push API is de streaming API van Twitter. Hierbij kan je als ontwikkelaar aangeven welke woorden of gebruikers je wilt volgen en komen de nieuwe tweets als een continue stroom van informatie naar je toe.

Ander recent voorbeeld: gisteren lanceerde Foursquare twee realtime API’s als beta. Een ontwikkelaar kan hier notificaties ontvangen als een gebruiker ergens incheckt of als er iemand op een bepaalde locatie incheckt.

Dit zijn drie trends die, volgens mij, op dit moment belangrijk zijn, heb ik nog iets gemist?

gvenkdaily supporter worden?

gvenkdaily is ondertussen opgehouden te bestaan, onderstaand bericht is dus sterk verouderd!

Zoals ik hier al wel eerder heb geschreven, ben ik op zoek naar manieren om ‘meer’ uit de gvenkdaily te halen. Dit ‘meer’ slaat op een betere balans tussen (betaalde) opdrachten en de gvenkdaily. Maar ook op manieren om het aantal donaties of advertenties te verhogen.

advertentie

Sinds een paar weken gebruik ik een twitter advertentie om m’n eigen diensten aan te bieden. Dit heeft tot nu toe toe een aantal reacties opgeleverd, met in ieder geval 1 concreet project. Hier ben ik best tevreden mee, alhoewel meer opdrachten nog steeds welkom zijn 😉 .

supporter

Het aantal donaties dat ik ontvang is erg wisselend, soms komt er €100 op een dag binnen (jaaroverzicht van 2009), soms ook weken niets.

Om iets ’terug te doen’ voor de mensen die de gvenkdaily ondersteunen is er nu een speciale supporters pagina. Hierop staan de Twitter avatars van mensen die de gvenkdaily ondersteund hebben de afgelopen tijd.

Om het eenvoudiger te maken om de gvenkdaily te ondersteunen zijn er nu een aantal verschillende mogelijkheden. Je kunt per maand, half jaar of per jaar je steun laten blijken via de speciale supporters worden pagina. Als je gebruik maakt van deze opties, komt je Twitter avatar op de supporters pagina.
Als er interesse voor is, kan deze supporters pagina ook uitgebreid worden met bedrijfslogo’s. Heb je hiervoor interesse, laat ’t dan weten.

Het is ook nog steeds mogelijk een donatie over te maken zonder op de supporters pagina te komen of om een advertentie te plaatsen.

acties

In januari en februari hebben twee Twitteraars een leuke actie gevoerd voor de gvenkdaily. Bert Boerland, een fervent Open Source aanhanger, heeft in januari het woord Microsoft aan z’n avatar toegevoegd. In ruil hiervoor maakte Stefan Stranger voor iedere dag 1 euro over aan de gvenkdaily.
In februari hebben beide heren de zaak omgedraaid en heeft Microsoft liefhebber Stefan een maand lang het Drupal logo als avatar gebruikt. Bert Boerland heeft hiervoor op zijn beurt 1 euro per dag aan de gvenkdaily overgemaakt.
Bedankt heren voor deze leuke actie!

meehelpen

Mocht je de gvenkdaily een warm hart toe dragen en mee willen helpen zodat deze dienst kan blijven bestaan, dan kan je gebruik maken van de nieuwe supporters optie. Maar meer bekendheid is ook welkom, dus blog, tweet en vertel (of gebruik deze Twibbon 😉 ).

Andere tips of ideeën zijn ook altijd welkom.

iPad

Het kan niemand ontgaan zijn, Apple heeft vorige week eindelijk de langverwachte Apple tablet aangekondigd: de iPad.

Er is in een week tijd al erg veel over dit apparaat gezegd en geschreven, de iPhoneclub heeft een mooi overzicht.

Flash

Er is veel kritiek, met name op het ontbreken van de camera (of zit deze er toch in?) en het ontbreken van Flash support. Zelfs de CTO van Adobe bemoeit zich met deze discussie.

Ik denk zelf dat ’t ontbreken van Flash geen groot probleem is. Flash wordt over het algemeen gebruikt voor video en interactieve, ‘multimediale’ toepassingen. Steeds meer videosites zijn aan het experimenten met HTML5 video. Dit is nog niet ideaal en er is nog een lange weg te gaan voordat HTML5 video Flash helemaal kan vervangen, maar op de iPhone werkt dit tot nu toe prima, dus waarom op de iPad niet?

Daarnaast zijn er volgens mij weinig interactieve toepassingen die echt Flash nodig hebben, de meeste kunnen m.b.v. HTML5, JavaScript en CSS3 prima ontwikkeld worden.

HTML5, JavaScript en CSS3

Natuurlijk zitten er nog wel nadelen aan het gebruik van deze drie technieken. HTML5 en CSS3 zijn nog niet ‘af’. De specificaties hiervan zijn nog volop in ontwikkeling en er kunnen dus nog wijzigingen plaats vinden.

Een ander nadeel is dat nog niet alle browers deze technieken volledig ondersteunen, met name Internet Explorer loopt op dit gebied achter op de andere moderne browsers. Maar ook Microsoft is sinds enige tijd betrokken bij de ontwikkeling van HTML5, dus er is hoop.

Laatste nadeel is dat HTML5, JavaScript en CSS een andere soort ontwikkelaar vereisen dan Flash. De meeste Flash ontwikkelaars zijn gewend om met de grafische Flashontwikkelomgeving te werken. Voor HTML5, JavaScript en CSS zijn deze er bij mijn weten nog niet. Tenminste niet met hetzelfde gemak als Flash. Maar ik heb zo’n gevoel dat deze tools niet lang op zich laten wachten en het zou best kunnen dat Adobe daar een belangrijke rol in gaat spelen.

Met name door de goede ondersteuning van HTML5, JavaScript en CSS3 in de mobile Safari (Webkit) lijkt de iPad me een interessant nieuw apparaat om voor te ontwikkelen.

ePub

Ik zit zelf alleen nog met een vraag. Hoe staat het met de ondersteuning van ebook standaard ePub? Apple heeft aangekondigd dat de iPad ePub ondersteund, maar er zijn nog geen details bekend.

Er is op dit moment nog geen audio of video mogelijkheid in de ePub standaard, maar er zijn wel manieren om toch audio en video op te nemen in een ePub document. Er zijn tot nu toe alleen weinig devices die dit ondersteunen.

Het zou toch mooi zijn als boeken, maar met name magazines en kranten gebruik zouden kunnen maken van audio en video zonder dat er voor iedere publicatie een aparte App ontwikkeld moet worden.

Proof of Concepts

Alhoewel deze Apps misschien in eerste instantie wel nodig zijn om te bepalen wat voor unieke mogelijkheden het apparaat biedt voor tijdschriften en kranten. Want als maar een klein stukje van deze twee ‘proof of concepts’ mogelijk worden gemaakt met de iPad, dan komen er mooie tijden aan voor tijdschriften en kranten die met hun tijd mee willen gaan.

Mag+ from Bonnier on Vimeo.

gvenkdaily in 2010

Het is bijna twee maanden geleden dat de laatste gvenkdaily verscheen. Door drukte zowel zakelijk als privé, is het me niet gelukt om iedere dag een nieuwe editie te produceren.

Nu, zo aan het einde van 2009, is het tijd om terug te blikken op het afgelopen jaar en plannen te maken voor het volgende jaar.

2009

Afgelopen juli bestond de gvenkdaily 1 jaar en op dat moment had @gvenkdaily 864 volgers. Dit aantal is ondertussen de 1000 voorbijgegaan.
Ik heb het afgelopen jaar met veel plezier aan de gvenkdaily gewerkt: dagelijks het nieuws doornemen (bijna 450 rss-feeds), een selectie maken van interessant nieuws en daarvan een kort berichtje maken.

Met veel plezier, maar het hele proces kost toch redelijk wat tijd (afgelopen jaar zo’n 500 uur in totaal). M’n normale, betaalde projecten hebben er wel eens onder te lijden gehad en dat is niet zo handig als zelfstandige.

Ik heb ’t afgelopen jaar wel wat aan donaties en advertenties binnengekregen, maar als je dat afzet tegen de 500 uur, dan is dat toch redelijk beperkt.
Dit soort initiatieven zijn wel erg goed voor je naamsbekendheid, maar zoals ik al eerder schreef, heb ik nog niet gemerkt dat dit ook echt voor nieuwe projecten gezorgd heeft. Er is te weinig relatie tussen de gvenkdaily en mijn werkzaamheden (ik ben geen journalist maar een internet ontwikkelaar).

Nu krijg ik regelmatig opmerkingen dat ik wel iets kan wijzigen aan het proces waarop de gvenkdaily tot stand komt, van meer automatiseren tot andere mensen inschakelen. Allemaal goed bedoeld, maar ik denk dat dit lastig is. Meer automatiseren is niet mogelijk, omdat het anders meer een RSS doorgeef dienst wordt, zoals er al meer zijn. Ik wil dat de gvenkdaily echt een filter is en dan ook nog een persoonlijk filter.

Belangrijkste les voor mij van 2009 is dat ik het ontzettend leuk vind om de gvenkdaily te maken en dat ik daar ook echt mee door wil blijven gaan.

2010

Maar hoe gaan we dan verder? Want er moet wel iets veranderen om het enigszins rendabel te maken. En met rendabel bedoel ik niet dat ik er direct winst mee wil maken (zou wel leuk zijn natuurlijk 😉 ), maar de balans tussen m’n betaalde projecten en onbetaalde projecten zoals de gvenkdaily moet beter worden.

Ik weet nog niet precies hoe ik dat ga doen, maar het belangrijkste is natuurlijk om weer te gaan beginnen. Dus het goede nieuws: Na de kerstvakantie ga ik de draad weer oppakken.

Ik heb een aantal ideeën die ik vanaf dan wil gaan uitproberen:

  • kortere edities. Minder berichten per aflevering, dit houdt in dat er meer selectie moet plaatsvinden op wat interessant nieuws is. Soms moet er iets weggelaten worden, maar de nadruk zal blijven liggen op (technisch) internet nieuws en dan in eerste instantie nieuws uit Nederland.
  • relatie met eigen werkzaameden vergroten. Dit heb ik me al eerder voorgenomen, maar is tot nu toe niet echt gelukt. Ik krijg nog regelmatig de vraag: ‘Wat doe je eigenlijk naast de gvenkdaily?’. Hiervoor moet ik m’n eigen site hoognodig bijwerken en ook vaker gaan bloggen. Al die dingen doen, die ik klanten regelmatig adviseer.
  • bereik vergroten. Op dit moment is de gvenkdaily erg populair onder een toch redelijk beperkte groep. Een kleine 1000 volgers op twitter en maandelijks 1500 bezoekers van de website is niet erg veel. Maar de groep is wel trouw en erg enthousiast. Door het bereik te vergroten, kan de site interessanter worden voor adverteerders, of zijn er misschien meer mensen bereid een (kleine) donatie te doen.
  • twitter advertentiediensten. Er wordt meestal erg negatief gereageerd op advertentiediensten op Twitter, zoals ad.ly of twitmij, maar ik zit er over te denken om toch eens te gaan experimenteren met dit soort diensten.
  • extra (premium?) diensten. Er staan nog flink wat extra features op het ‘verlanglijstje’. Een aantal ervan zijn al in voorbereiding. Misschien dat er zelfs wel premium diensten te bedenken zijn, maar daarvoor heb ik op dit moment nog niet echt ideeën. Weet jij wel iets of is er gewoon niets waarvoor je wilt betalen, laat ’t dan weten in de comments.

Heb je opmerkingen, tips of ideeën over de bovenstaande plannen, of heb je nog andere ideeën, laat ’t me dan weten.

Ik hoop dat ik (samen met jullie) een manier vind om in 2010 door te kunnen gaan met de gvenkdaily.

Google Chrome OS

Het grootste internet gerelateerde nieuws van de afgelopen week is toch wel de introductie van het Google Chrome OS. Niet alleen internet gerelateerde websites en blogs schreven erover, de aankondiging haalde ook reguliere kanalen zoals het NOS journaal.

De meeste berichten gaan met name in op de concurrentie die Google in de ogen van veel mensen nu aangaat met Windows van Microsoft. Dit zal ongetwijfeld zo zijn, alhoewel ik niet verwacht dat veel Windows gebruikers direct zullen overstappen op Chrome OS. En daar zijn velen ’t over eens.
Het schijnt trouwens dat CEO Eric Schmidt al 6 jaar bezig is om Sergey Brin en Larry Page ervan te weerhouden een OS te ontwikkelen. Schmidt vond dat Google nog niet klaar was voor de OS concurrentie strijd, nu dus blijkbaar wel 😉

Voor mij als techneut is het veel interessanter om te kijken hoe dit OS opgebouwd zal zijn en ik denk dat daar al meer over bekend is dan je in eerste instantie zou zeggen.

Google Chrome OS doet denken aan de Netwerk Computer of Thin Client, die verschillende partijen in het verleden al op de markt hebben proberen te brengen. Oa Oracle en Sun hebben in ’t verleden (rond 1996) systemen op de markt gebracht waarbij de computer beperkte capaciteiten heeft en de applicaties op de server draaien. Chrome OS is in eerste instantie bedoeld voor NetBooks waarbij de capaciteit ook minder is dan een volledige laptop/deskop computer.

Ook browser ontwikkelaar Netscape heeft in het verleden de browser al gepresenteerd als het nieuwe OS. Helaas is hiervan weinig meer terug te vinden. Ik kan me nog hele mooie whitepapers over dit onderwerp herinneren.

Negen maanden geleden heeft Google de Chrome browser geïntroduceerd. Sindsdien zijn er een aantal ontwikkelingen geweest die volgens mij allemaal een relatie met het Chrome OS (kunnen) hebben.

HTML5

Google zet zwaar in op HTML5. Deze nieuwe HTML specificatie is nog niet afgerond, maar wordt nu al ondersteund door verschillende browser fabrikanten waaronder dus door Google met Chrome. Google heeft ook al verschillende applicaties ontwikkeld die gebruik maken van HTML5 features, zoals de mobiele versies van Gmail en Calendar.

Tijdens Google I/O, de developers conferentie van Google bleek dat Google aan nog veel meer HTML5 projecten werkt, zoals bijv een Flash vrije Youtube.

Voordelen van HTML5 zijn oa offline mogelijkheden, lokale opslag, video en audio zonder plugin afspelen, etc. Deze mogelijkheden zijn goed te gebruiken in een Operating System.

JavaScript

De Chrome browser maakt gebruikt van de opensource Webkit Browser Engine, behalve voor de JavaScript parsing. Daarvoor heeft Google de V8 JavaScript Engine ontwikkeld. Deze JavaScript Engine is erg snel en dat is natuurlijk onmisbaar als je volledige applicaties ontwikkeld die gebruik maken van deze programmeertaal.

Native Client SDK

Een van de belangrijkste vragen die gesteld zijn na de bekendmaking van Google Chrome OS is of het OS ook native applicaties gaat ondersteunen. De kans is natuurlijk klein dat er bijvoorbeeld Windows programma’s op gedraaid kunnen worden. Maar afgelopen december heeft Google de Native Client gelanceerd. Dit is een research project waarbij onderzocht wordt hoe native x86 code binnen webapps gebruikt kan worden, met behoud van browser neutraliteit.

Deze technologie kan bijvoorbeeld gebruikt worden om vanuit de browser de hardware direct aan te spreken. Voordeel hiervan is dat er snelheidswinst in allerlei berekeningen behaald kan worden. Ook voor de ontwikkeling van games kan het belangrijk zijn om de hardware direct aan te spreken.

O3D

Een andere vraag is hoe zit het met graphics? Natuurlijk heeft HTML5 canvas en SVG ondersteuning, maar dat maakt geen gebruik van specifieke grafische kaarten. Ook hier heeft Google al ‘iets op de plank’ liggen, nl O3D. Dit is een API om interactieve 3D applicaties in de browser te ontwikkelen.

Wave

Google Wave is een nieuwe manier van communiceren en samenwerken op het internet. Hoe dit precies in het Chrome OS verhaal past, weet ik niet, maar ik denk wel dat we dit terug gaan zien in het OS. Google Wave is ook nog niet officieel gereleased, maar er is al wel een uitgebreide API.

Ik ben zelf erg benieuwd hoe applicaties voor het OS ontwikkeld gaan worden. Maakt Google alleen gebruik van de bovenstaande technieken, waardoor de applicaties inderdaad ook op andere browser gebruikt kunnen worden, zoals ze zelf zeggen. Of komt er toch ook een soort native SDK waarmee op een soort Palm WebOS achtige manier applicaties ontwikkeld zullen worden?
De tijd zal het leren, want Google gaat het OS later dit jaar beschikbaar maken als opensource en dan in de 2e helft van 2010 zal het beschikbaar komen voor consumenten.

Maar een ding is duidelijk, voor webdevelopers zoals ik, zijn het interessante tijden 🙂

Update: Ik ben benieuwd naar jullie reactie en ideeën hierover. Wat denken jullie? Kunnen jullie je een beetje vinden in m’n gedachtengang? Of sla ik de plank volledig mis?

gvenkdaily.nl 1 jaar

Vandaag is het precies 1 jaar geleden dat de site gvenkdaily.nl online kwam.

In dit jaar zijn er meer dan 260 edities verschenen van de gvenkdaily en heeft het @gvenkdaily account op Twitter 864 volgers gekregen en 11463 tweets geproduceerd. Er zijn donaties en advertenties geweest, maar vooral ook veel bedankjes en enthousiaste reacties.

Ik lees vrijwel dagelijks m’n 400+ RSS feeds (met gemiddeld 35000 berichten per maand) met veel plezier en pik daaruit wat ik interessant vind om in de daily te vermelden. Ook weten organisaties me steeds vaker te vinden om nieuws te melden.

Maar soms heb ik ook wel getwijfeld of ik er mee door moet gaan. Het kost vrij veel tijd (paar uur per dag) en het zakelijk rendement is niet erg hoog. Advertenties en donaties hebben wel voor wat inkomsten gezorgd, maar weinig als je ’t tegenover de inspanningen zet.

Voor m’n naamsbekendheid en ‘persoonlijke merk’ is het onderhouden van de gvenkdaily wel goed, maar doordat voor veel mensen de relatie tussen de daily en m’n eigen werkzaamheden niet duidelijk is, heeft dat ook nog niet voor echte inkomsten gezorgd. Ik heb wel wat ideeën om dit te verbeteren, dus daar hoop ik de komende maanden aan te gaan werken.

Maar het is de bedoeling dat dit een ‘feestelijk’ stukje wordt, dus ik wil iedereen bedanken die het afgelopen jaar een donatie heeft gedaan, een reactie heeft gegeven, een bericht heeft ‘geretweet’ of anderszins waardering heeft laten blijken voor de gvenkdaily!

Het is mijn bedoeling om het komende jaar gewoon verder te gaan en plannen die ik heb met de gvenkdaily uit te voeren.

Mocht je advies, tips of vragen hebben, laat ’t me weten, via het commentaar hieronder, op twitter, via uservoice of de mail. Ook als je de gvenkdaily wilt ondersteunen via een donatie (paypal of tipit) of advertentie ben je natuurlijk van harte welkom 😉

Kamer van Koophandel, ZZP’ers en Google Maps

Begin april was er ophef over het feit dat adresgegevens van bekende Nederlanders op Google Maps te vinden is. Het gaat om bekende Nederlanders die ingeschreven staan in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. Veel mensen weten niet dat deze informatie door de KvK doorverkocht wordt en dus ook aan Google.

Overigens is dit niet nieuw, in 2007 schreef ik al een artikel over de bronnen waar Google haar informatie voor Google Maps vandaan haalt. Dat er nu ophef over ontstaan is, wordt veroorzaakt doordat er ‘privé-informatie’ van BN’ers naar buiten is gekomen. Steeds meer zzp’ers zijn verplicht om zich in te schrijven in het Handelsregister, dus ook bekende zzp’ers.

De ophef heeft geleid tot kamervragen. Vorige week werd bekend dat de ondernemer/zzp’er meer zeggenschap krijgt over de gegevens die opgenomen zijn in het Handelsregister.

Meer zeggenschap is natuurlijk altijd goed, maar voor veel ondernemers is het gevonden worden op Google Maps erg belangrijk. Google gebruikt de informatie van Google Maps tegenwoordig ook in de ‘normale’ zoekopdrachten. Zodra er een plaatsnaam in de zoekopdracht voorkomt, wordt ook de lokale informatie uit Google Maps gebruikt.

Een onbekende mogelijkheid van Google Maps is het Lokale Bedrijvencentrum. Met dit bedrijvencentrum kan je de informatie, zoals deze op Google Maps verschijnt, wijzigen en zelfs uitbreiden (extra omschrijving, werkterrein, url, etc). Ook hier schreef ik al eerder over, maar deze informatie is verouderd. Ik zal binnenkort een vernieuwde versie van dit artikel publiceren.

Mocht je in de tussentijd geïnteresseerd zijn om de informatie zoals deze in Google Maps over je bedrijf vermeld staat, aan te passen, dan biedt Google uitgebreide help informatie.

Kom je er niet uit of wil je je er niet in verdiepen, neem dan contact met mij op (of via @gvenk).

Overzicht Nederlandse APIs

Ik ben op dit moment bezig met het verzamelen van alle Nederlandse APIs en kan daarbij nog wel wat hulp gebruiken. Dus welke APIs ken je, gebruik je of misschien ben je er wel een aan ’t ontwikkelen? Geef het aan me door. Dit kan op verschillende manieren:

  • Voeg de API en aanvullende informatie toe aan deze Google Docs Spreadsheet
  • Laat commentaar achter op bij deze post
  • Voeg de API toe aan Delicious en tag deze met nl-api of nl-opendata
  • Stuur een e-mail
  • Stuur een bericht via twitter

Als het om een API gaat die nog niet publiek is, dan moet je dat erbij vermelden (en via e-mail of twitter dm naar me toe sturen). Dan wordt deze wel in de lijst opgenomen, maar voorlopig nog niet publiek gemaakt.

De informatie over de NL APIs zal later dit jaar voor iedereen beschikbaar komen.

PS: het mogen ook openbare data sets zijn, dus bijvoorbeeld informatie van de overheid welke in een open formaat te downloaden en te gebruiken is.