Onbeperkt gratis gebruik Google Maps API is voorbij

In april waarschuwde Google al dat het er aan zat te komen, limieten op het gebruik van de Google Maps API. En nu zijn de details bekend gemaakt.

De introductie van de Google Maps API in 2005 wordt gezien als het begin van het Mashup en API tijdperk. Nu 6 jaar later, zijn APIs ‘serious business’ geworden en zijn ze niet meer weg te denken. Maar APIs kunnen voor een bedrijf ook erg kostbaar zijn. Anderen profiteren van de diensten die een bedrijf aanbiedt, in veel gevallen zonder daar iets voor te hoeven betalen. Langzamerhand worden er steeds meer betaalde APIs aangeboden, vaak met een beperkte, gratis variant (gelimiteerd of met reclame).

Eerder dit jaar schrapte Google al een hele serie APIs en maakte van de gratis Translate API een volledig betaalde variant. En nu is het dus de beurt aan de Google Maps API.

Er was overigens altijd al een betaalde variant van de Google Maps API, de Google Maps API Premier. Deze is bedoeld voor bedrijven die support willen, geen advertenties, meer geocoding of de kaarten intern willen gebruiken.

Google legt in de FAQ uit, welke limieten er geïntroduceerd worden. De API blijft gratis tot 25.000 ‘Map loads’ per dag voor de normale kaarten en tot 2.500 ‘Map loads’ per dag voor aangepaste kaarten. Daarboven moet er vanaf begin 2012 betaald worden. Voor de normale kaarten zal dit $4 per 1000 ‘Map loads’ worden en voor de aangepaste kaarten $4 of $8 per 1000 ‘Map loads’. Dit geldt zowel voor de JavaScript APIs als voor de Static Maps API. Opvallend is dat de oude JavaScript API (V2) ook nog ondersteund wordt, maar dat hiervoor $10 per 1000 ‘Map loads’ betaald moet worden.

Er wordt in de FAQ ook precies uitgelegd wat een ‘Map load‘ inhoudt. Het gaat hierom het laden van de Maps JavaScript door een website of applicatie of het genereren van een kaart afbeelding m.b.v. de Static API.

De limieten zijn overigens niet hard. Als een website over de limiet heen gaat, wordt niet direct de de kaart uitgeschakeld, maar bij herhaaldelijk overschrijden van de limiet, kan er een waarschuwing worden getoond op de kaart en zal iemand van Google contact opnemen.

Is het nu erg dat er voor de Maps API betaald moet gaan worden? De eerste reacties zijn overwegend positief. Natuurlijk is het jammer als je als ontwikkelaar moet gaan betalen voor iets dat voorheen gratis was, maar beter een betaalde versie dan helemaal geen Maps API meer.

Of dit nu zal betekent dat veel ontwikkelaars overgaan stappen op alternatieven, zoals bijv OpenStreetMap, zal de tijd moeten leren.

Overigens gelden de bovenstaande beperkingen alleen voor commerciële websites. Nonprofit websites kunnen zelfs nog in aanmerking komen voor opheffing van bepaalde limieten (bijv het uitschakelen van advertenties). Informatie hierover is te vinden op de Google Earth Outreach website.

Trends in API’s

Bij het ontwikkelen van internet toepassingen zijn API’s niet meer weg te denken, beter gezegd, ze zijn onmisbaar geworden. Zonder API was twitter niet zo succesvol geworden, zonder API was het een stuk lastiger om goede campagnes op Hyves of Facebook te voeren.

Het aantal organisaties dat een API aanbiedt is de afgelopen jaren enorm toegenomen. Op de website Programmableweb.com staan op dit moment 3891 API’s geregistreerd. In dit overzicht overzicht staan een kleine 40 Nederlandse API’s (overzicht is niet volledig, aanvullingen zijn welkom!).

Wat zijn op dit moment de trends in de (wondere) wereld van de API’s? Hieronder een overzicht:

json-only

Veel API’s bieden meerdere output formaten aan, meestal XML en JSON. Ontwikkelaars zijn gek op JSON. JSON is lekker simpel, niet te veel overhead, etc. Dit is de reden waarom veel API’s tegenwoordig JSON-only zijn. Vooral veel nieuwe API’s bieden alleen nog JSON aan als output formaat. Op Programmable Web is 20% van de nieuwe API’s (in 2011) al JSON-only. Maar ook steeds meer bestaande API’s stappen over op JSON-only.

Meta API’s

Als je een applicatie of mashup ontwikkelt, waarbij je alle informatie wilt gebruiken die over een bepaalde (geografische) locatie te vinden is, moet je meerdere API’s raadplegen, bijvoorbeeld Wikipedia voor de algemene informatie, Foursquare voor de checkins en tips, Twitter voor de tweets over de locatie, etc.

Het koppelen van de verschillende informatie bronnen kan soms complex zijn. De naam van de locatie is misschien net iets anders in Wikipedia dan in Foursquare en er bestaat al helemaal geen unieke id.

Meta API’s proberen een einde te maken aan dit probleem, door een overkoepelende API aan te bieden, of door een vertaalslag aan te bieden voor de id’s van de verschillende API’s. Een goed voorbeeld hiervan is de Uberblic Doppleganger API.

Realtime/Push API’s

Om een API te raadplegen moet meestal een verzoek naar een server gestuurd worden, waarna de resultaten binnengehaald kunnen worden. In deze tijd van realtime updates is dat vaak niet meer genoeg. Daarom worden er steeds meer push of ook wel realtime API’s aangeboden. Bij een push API worden nieuwe resultaten automatisch naar een applicatie gestuurd.

Bekend voorbeeld van deze push API is de streaming API van Twitter. Hierbij kan je als ontwikkelaar aangeven welke woorden of gebruikers je wilt volgen en komen de nieuwe tweets als een continue stroom van informatie naar je toe.

Ander recent voorbeeld: gisteren lanceerde Foursquare twee realtime API’s als beta. Een ontwikkelaar kan hier notificaties ontvangen als een gebruiker ergens incheckt of als er iemand op een bepaalde locatie incheckt.

Dit zijn drie trends die, volgens mij, op dit moment belangrijk zijn, heb ik nog iets gemist?

Overzicht Nederlandse APIs

Ik ben op dit moment bezig met het verzamelen van alle Nederlandse APIs en kan daarbij nog wel wat hulp gebruiken. Dus welke APIs ken je, gebruik je of misschien ben je er wel een aan ’t ontwikkelen? Geef het aan me door. Dit kan op verschillende manieren:

  • Voeg de API en aanvullende informatie toe aan deze Google Docs Spreadsheet
  • Laat commentaar achter op bij deze post
  • Voeg de API toe aan Delicious en tag deze met nl-api of nl-opendata
  • Stuur een e-mail
  • Stuur een bericht via twitter

Als het om een API gaat die nog niet publiek is, dan moet je dat erbij vermelden (en via e-mail of twitter dm naar me toe sturen). Dan wordt deze wel in de lijst opgenomen, maar voorlopig nog niet publiek gemaakt.

De informatie over de NL APIs zal later dit jaar voor iedereen beschikbaar komen.

PS: het mogen ook openbare data sets zijn, dus bijvoorbeeld informatie van de overheid welke in een open formaat te downloaden en te gebruiken is.

APIs

In het verleden heb ik op dit weblog regelmatig over APIs geschreven. Zo schreef ik bijvoorbeeld halverwege 2007 dat er 500 APIs op programmableweb.com staan, dit aantal is ondertussen gestegen naar 1308.

APIs zijn ‘booming’. Vooral in de VS, maar ook in Groot Brittannië gebeurt er veel op dit gebied. Een aantal voorbeelden.

New York Times

Kranten vrezen voor hun toekomst en ook de New York Times weet niet waar het in de toekomst met de krant naar toe zal gaan. Maar deze krant probeert wel volop mee te gaan met nieuwe ontwikkelingen en waar mogelijk zelfs voor op te lopen.
De krant heeft de afgelopen maanden maar liefst 11 APIs gelanceerd. Uiteenlopend van de Movie Reviews API tot de Article Search API.
In de gallery op de NYT developer site staan een aantal mooie voorbeelden van projecten die gebruik maken van deze APIs.

Overheid

In Groot Brittannië is het succesvolle project Show Us A Better Way. Een competitie, georganiseerd door de Britse overheid waarbij een waslijst aan APIs beschikbaar was gesteld. Ontwikkelaars werden uitgedaagd om projecten met deze APIs te ontwikkelen voor de burgers van het land. Er waren flink wat inzendingen.

Nederland

In Nederland beginnen ook steeds meer initiatieven op het gebied van APIs en Mashups te onstaan. Zo was er tijdens de Android Devcamp in januari van dit jaar een speciale sessie over Nederlandse APIs. De APIs die hier bijvoorbeeld aan bod kwamen zijn de Hyves API, Huizenzoeker API, MobyPicture API, etc.

In opdracht van de Nederlandse overheid wordt op dit moment een onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van Open Data. Veel informatie hierover staat bij de Open Overheid groep op de Ambtenaar 2.0 Ning.

Iets anders met ‘API raakvlakken’ bij de Overheid zijn een aantal ‘widget-initiatieven’. Widgets hebben vaak (niet altijd) te maken met APIs. Zo heeft Alper Çugun een aantal widgets ontwikkeld. Daarnaast is er een particulier initiatief OverheidsWidgets.nl.

Ook bij de Publieke Omroep wordt nagedacht wat er allemaal mogelijk is met APIs en Mashups. Hiervoor is een speciale Ning site gelanceerd NPOX & ICO: MASH. Via deze site kan informatie uitgewisseld worden en nagedacht worden over deze onderwerpen met als hoogtepunt een tweetal Mashup/Hack/Development dagen in september.

Nederlandse APIs

Ik ben op dit moment bezig met het verzamelen van alle Nederlandse APIs en hierbij kan ik nog wel wat input gebruiken. Binnenkort meer hierover!

In Europa beste geo mashup 2007

Nederkaart heeft de website In Europa uitgeroepen tot beste Nederlandse Geo Mashup van 2007.

In Europa Atlas

De Jonge Socialisten hebben nog een poging gewaagd om zoveel mogelijk stemmen uit te brengen op Europa in de Buurt (ook een mooie, informatieve website). Maar Nederkaart heeft zich daardoor niet laten leiden en gekozen voor In Europa.

Aangezien ik mee gewerkt heb aan In Europa ben ik natuurlijk erg blij met deze erkenning. Samen met de VPRO hebben we een site ontwikkeld die optimaal gebruik maakt van de mogelijkheden die Google Maps biedt. De site laat zien dat er meer mogelijk is dan de standaard rode marker. Zie ook slide 3 van de onderstaande presentatie:

Ik kijk er naar uit om dit jaar opnieuw aan mooie en interessante (Geo) Mashups mee te werken!

Vrije overheids data

Ik had al een tijdje een artikel klaar staan met als title “Open publieke data”. Het stuk was nog niet af, maar hierin beschreef ik een belangrijk missend onderdeel van de discussie rond het gebruik van Open Source Software en Open Standaarden door de overheid. Eerst even wat achtergrondinformatie.

Staatssecretaris Frank Heemskerk heeft de dag voor Prinsjesdag 2007 een actieplan naar de Tweede Kamer gestuurd. Dit actieplan, “Nederland open in verbinding”, bevat een groot aantal actiepunten voor het gebruik van Open Source Software en Open Standaarden binnen de (semi-) publieke sector.
De nadruk van de actiepunten ligt op het gebruik van Open Standaarden, deze worden verplicht gesteld, mits niet een van de uitzonderingscriteria geldt (zie de pdf blz 10 voor deze criteria).
Over Open Source Software wordt er in het document gezegd dat er een implementatie strategie ontwikkeld moet zijn voor de aanbesteding en inkoop en het gebruik, het moet een ‘eerlijke’ kans krijgen.
Het document gaat uit van het zogenaamde ‘pas toe of leg uit strategie’. Als er afgeweken wordt van het gebruik van Open Source Software en Open Standaarden moet dat uitgelegd worden.

Ik ben een groot voorstander van het gebruik van Open Standaarden en Open Source door overheden en andere organisaties in de publieke sector, dus ik juich zo’n actieplan van harte toe. Maar wat mij tegenvalt in het actieplan is dat er met geen woord gerept wordt over het beschikbaar stellen van publieke data op een open manier.

Publieke data

De (semi-)overheid produceert en verzamelt veel data. Een (groot) deel van deze data is interessant voor het publiek. Denk hier bij bijvoorbeeld aan geografische data (straten, publieke gebouwen, etc), maar ook informatie van de onderwijs inspectie over scholen, politie statistieken, vul zelf maar aan.

Op dit moment wordt er verschillend met deze data omgegaan. Sommige data wordt verkocht aan commerciële partijen (dit geldt bijvoorbeeld voor de geogratische data). Andere data is doorzoekbaar via een website, maar de informatie kan niet zo maar verder gebruikt worden (bijvoorbeeld de rapporten van de onderwijs inspectie). En zo langzamerhand verschijnt er ook data die ontsloten wordt via een webservice, zodat je daarmee nieuwe Mashups kunt ontwikkelen (bijvoorbeeld de Nieuwe Kaart van Nederland).

Waarom beschikbaar stellen?

Waarom zou de overheid deze data vrij beschikbaar moeten maken? Want doordat ze nu deze data soms verkopen aan commerciële partijen krijgen ze er geld voor en dat is weer voordelig voor ons als belasting betalers.

Maar toch denk ik (en gelukkig velen met mij) dat het goed is als deze data vrij beschikbaar komt. De burgers, consumenten organisaties en journalisten zouden op deze manier meer inzicht krijgen in het politieke proces. Waar gaat het geld naar toe, wat wordt er allemaal gedaan, maar ook waar kan je terecht met je vragen en opmerkingen over specifieke onderwerpen.

Verder zal de toegankelijkheid en doorzoekbaarheid van overheidsdata toenemen als de data beschikbaar komt. Zoekmachines zullen deze data (beter) kunnen indexeren, maar er kunnen ook specifieke zoekmachines of indexen ontwikkeld worden voor de publieke data.

En, wat ik zelf ook erg interessant vind, alle data kan gecombineerd worden in Mashups, zodat er weer nieuwe informatie bronnen ontstaan. Toepassingen waar de overheid zelf niets aan heeft en dus nu nooit zal ontwikkelen, kunnen door anderen ontwikkeld worden. Data kan worden verrijkt, gevisualiseerd, etc. Er zullen nieuwe startups ontstaan die hiermee aan de slag gaan en dat is weer goed voor de economie.

Voorop lopen door vrije data

Afgelopen woensdag was er een debat in de Tweede Kamer over het eerder genoemde actieplan. Voorafgaand aan dit debat heeft OpenStreetMap Nederland een rapport gepubliceerd Voorop lopen door vrije data. Het rapport stelt dat het vrijgeven van overheidsdata de doelstellingen van het actieplan ‘Nederland in open verbinding’ bevorderd:

  • Open standaarden bevorderen de interoperabiliteit. Vrije data kan dit een extra impuls geven. Vrije data is niet alleen in principe uitwisselbaar, vrije data kan samengevoegd worden tot een enkele dataset.
  • Open standaarden en open source verminderen van de afhankelijkheid van leveranciers. Vrije data kan hieraan een extra bijdrage leveren op het vlak van de inhoud. Tevens kan de beschikbaarheid van vrije data de hoeveelheid leveranciers van software vergroten, zoals hierboven aangetoond.
  • Open source bevordert een gelijk speelveld op de software­markt en bevordert voorts de innovatie en de economie. Waar de beschikbaarheid van data een voorwaarde is voor de ontwikkeling van software, bevordert vrije data een gelijk speelveld, de innovatie en de economie.

Debat

Het was de bedoeling dat dit artikel voor het debat van woensdag online zou komen, maar doordat mijn internetverbinding het niet deed is dat niet gelukt. Ik zou nog schrijven dat ik me afvroeg of het rapport van OpenStreetMap wel veel aandacht zou krijgen, aangezien er vooraf voornamelijk aandacht was voor de discussie over ODF en OOXML en de rol van Microsoft in het geheel..

De Tweede Kamer is akkoord gegaan met het plan, maar ik heb tot nu toe geen verslag kunnen vinden, dus ik weet niet of er ook gesproken is over vrije data. Van alles wat ik er tot nu toe over gelezen heb, krijg ik de indruk dat dit niet het geval is. Een gemiste kans dus, tijd voor een vervolg actieplan!

In Europa en Google Maps

De afgelopen weken is het rustig geweest op dit weblog. De mensen die mij volgen op Twitter weten ook wel waarom. Al mijn tijd werd opgeslokt door een groot project waar ik aan meewerkte: In Europa.

Boek, tv, website en meer

In Europa is het bekende boek van Geert Mak. In 1999 heeft Geert Mak een jaar lang door Europa gereisd en verslag hiervan gedaan in het NRC. Dit verslag is uitgewerkt in een boek dat in 2004 verschenen is. In maar liefst 1224 pagina’s neemt Mak je mee door de geschiedenis van Europa in de 20e eeuw.

De VPRO brengt nu de verfilming van het boek op tv. In 2 seizoenen worden in totaal 35 afleveringen uitgezonden. Iedere aflevering staat 1 jaar uit de vorige eeuw centraal.

Naast de tv serie is In Europa ook: radio, krant, dvd, reizen en natuurlijk de website waar ik aan mee gewerkt heb.

Google Maps

Op de website is veel informatie te vinden. Naast een weblog en de afleveringen staat de kaart van Europa centraal, de In Europa Atlas.

In Europa Atlas

Deze atlas is een Google Maps Mashup met daarop historische informatie over locaties in Europa in de 20e eeuw. In eerste instantie is dit informatie van en rond de afleveringen van de tv serie, maar er zal ook veel extra informatie te zien zijn (o.a. door bezoekers van de site ingezonden materiaal).

De informatie op de kaart bestaat uit tekst, afbeeldingen en video. Er is video uit de uitzendingen, video welke niet gebruikt is in de uitzendingen, maar ook uniek historisch materiaal.

De Atlas is een verzameling van alle jaren uit de vorige eeuw, maar ieder jaar heeft ook z’n eigen pagina, met z’n eigen kaart, bijvoorbeeld het jaar 1914.

Mogelijkheden

De kaarten maken gebruik van standaard Google Maps functionaliteit, zoals zoomen, bewegen van de kaart, klikken op een punt op de kaart, etc. Daarnaast zijn er een aantal nieuwe mogelijkheden ontwikkeld.

  • Clustering – De kaart kan onoverzichtelijk worden zodra er veel punten getoond worden, maar ook als er een aantal punten dicht bij elkaar liggen. Een mogelijke oplossing hiervoor is om alle punten binnen een bepaalde straal te ‘clusteren’ en af te beelden als 1 punt.
    Voor In Europa hebben we een iets andere benadering gekozen. De redactie kan voor ieder punt een aantal clusterniveaus aangeven. Deze clusterniveaus (land, streek, stad, straat) komen overeen met zoomniveaus van Google Maps. Op het overeenkomstige zoomniveau worden punten met hetzelfde clusterniveau als 1 punt getoond.

  • Routes – De redactie wilde de mogelijkheid om vanuit de tekst onder de kaart, rechtstreeks naar een punt op de kaart te kunnen linken. Toen dit mogelijk was gemaakt, kon er ook vanuit een punt op de kaart gelinkt worden naar een ander punt op de kaart en de mogelijkheid om routes aan te maken was geboren.
    Deze routes, of virtuele wandelingen zoals de redactie ze noemt, kunnen de bezoeker van de site op verschillende manieren meenemen door de geschiedenis, bijvoorbeeld langs alle locaties die bij een bepaald thema of bepaalde persoon horen. Een voorbeeld hiervan is de 1906 route.
  • Punt op de kaart linken – Het gebruik van een kaart is voor een project als In Europa een mooie manier om informatie te ontsluiten, maar er zit ook een groot nadeel aan. Als iemand een bookmark wil aanmaken of een link wil maken naar specifieke informatie, is de url van de pagina niet toereikend. Daarom is er een ‘link’ optie aan iedere locatie toegevoegd. Deze bevindt zich onderaan in iedere infowindow.

Problemen

Tijdens de ontwikkeling liepen we tegen een aantal eigenaardigheden van de Google Maps API aan. De belangrijkste zijn:

  • API keys – Een van de voorwaarden bij de ontwikkeling van In Europa was dat ieder jaar z’n eigen pagina en dus ook z’n eigen url zou krijgen. Op deze manier kunnen de verschillende jaren gebookmarked en gelinkt worden. Probleem hierbij is dat je voor de ontwikkeling van Google Maps met de API een key (sleutel/code) nodig hebt. Deze sleutel werkt op url niveau. Voor iedere url heb je een sleutel nodig.
    In Europa gaat over alle jaren van de vorige eeuw, dus er waren 101 sleutels nodig (100 jaren + 1 overzichtspagina van alle jaren). Maar aan 101 hadden we nog niet genoeg, aangezien het geheel ook nog op een testomgeving moest werken. Dus in totaal moesten er, handmatig, 202 sleutels aangemaakt worden!!!
    Het wordt toch eens tijd dat Google een ander systeem gaat gebruiken voor de API keys.
  • Controls – In Europa maakt gebruik van eigen controls. Controls zijn de knoppen waarmee de kaart ‘aangestuurd’ kan worden. Voorbeelden hiervan zijn de knopjes aan de zijkanten, waarmee de kaart bewogen kan worden, de knop om de straatnamen aan en uit te kunnen zetten. Deze waren niet lastig om te implementeren. Lastiger was de slider waarmee je kunt in- en uitzoomen. Hiervan zijn nog niet zoveel voorbeelden beschikbaar, dus moet je zelf veel uitproberen om tot een goede implementatie te komen.
  • Timing – Het laatste grote punt waar we mee te maken kregen was timing. Soms is een onderdeel nog niet beschikbaar en moet de code wachten voordat het uitgevoerd kan worden.
    Een ander timing probleem is dat de kaart moet kunnen ‘meeschalen’ met de browser. Als de browser wordt vergroot of verkleind moet de kaart mee vergroot of verkleind worden. Hierbij moet het middenpunt van de kaart hetzelfde blijven. Helaas gaat Internet Explorer niet zo netjes met het vergroten en verkleinen van de browser om en was het middenpunt van de kaart continue aan het bewegen. De oplossing hiervoor was een timer inbouwen.
    Nadeel van het gebruik van Timers in javascript is dat dit tot onverwachte resulten kan leiden. Zeker in verschillende browsers.

Helaas moest er bij de ontwikkeling van In Europa ook rekening worden gehouden met Internet Explorer 6. Tijdens de verschillende Google Maps implementaties die ik het afgelopen jaar heb gedaan, heb ik gemerkt dat Google Maps en IE6 geen goede combinatie is. IE6 zorgt vaker voor problemen bij de ontwikkeling van websites, dus mensen stap nou alsjeblieft eens over op een goede browser!

Toekomst

Wat er nu staat is de 1e versie van In Europa, maar dat is niet het einde. Er zijn al heel veel ideeën hoe het project verder ontwikkeld kan worden. Van gebruikers die informatie kunnen toevoegen, reizen die gedownload kunnen worden tot het beschikbaar stellen van de informatie voor het gebruik op andere sites.

Hebben jullie nog ideeën hoe de site verder uitgebreid kan worden? Wat kan er nog meer met de kaart, of wat mis je aan de kaart? Hoe zou de informatie van de kaart ook buiten de site gebruikt kunnen worden? Voeg hieronder je opmerkingen toe.

Google gaat ‘OpenSocial’

De geruchtenstroom was vorige maand al op gang gekomen, Google zou op 5 november met een alternatief voor het Facebook Platform komen. Dit alternatief zou 100% open zijn en bestaan uit een aantal APIs waarmee de sociale informatie binnen Google ontsloten zou kunnen worden. Ook zouden mogelijk andere sociale networken gebruik kunnen gaan maken van deze APIs om toegang te geven tot hun informatie.

Vandaag licht Techcrunch een tipje van de sluier op, Google lanceert morgen OpenSocial.

OpenSocial (link werkt vanaf donderdag) is geen nieuw sociaal netwerk, maar het is een set van APIs waarmee applicaties ontwikkeld kunnen worden, die met alle sociale networken kunnen samen werken, zolang deze de OpenSocial APIs ondersteunen.
Lees verder “Google gaat ‘OpenSocial’”

APIs, Mashups en copyright

Gisteren las ik op Programmableweb.com een artikel met de titel “Can an API Steal Data”. Een Flickr gebruiker is erachter gekomen dat zijn foto’s in een Mashup (Adactio Elsewhere) verschenen, terwijl hij de rechten voor al z’n foto’s op ‘All Rights Reserved’ (ARR) heeft staan. De discussie die hierna onstaan is gaat vooral over wie nu verantwoordelijk voor het probleem is, Flickr of the Mashup ontwikkelaar. Maar wat is nu precies het probleem, wie is er verantwoordelijk en welke gevolgen heeft deze discussie?
Lees verder “APIs, Mashups en copyright”

Hergebruik van publieke omroep video

Uitzendinggemist is een populaire dienst van de Publieke Omroep. Eind vorig jaar zelfs zo populair dat de dienst dreigde te bezwijken. Waarom Uitzendinggemist zo populair is? Ik denk dat het voornamelijk te verklaren is door de beschikbare bandbreedte in Nederland, de opkomst van het uitgestelde kijken en het Long Tail effect.

Toch mis ik nog een aantal dingen. Je kan de video van Uitzendinggemist niet op je eigen site gebruiken, dus geen artikel schrijven over een bepaalde uitzending en deze direct bij het artikel plaatsen. Je kan niet eenvoudig linken naar een specifiek stukje in een uitzending. En als laatste, er is maar 1 RSS feed voor heel Uitzendinggemist. Het moet eenvoudig zijn om ook RSS feeds toe te voegen voor de verschillende onderdelen van de site (zender, genre, omroep of zelfs specifiek programma).

Ik kan wel een aantal redenen bedenken waarom je video van Uitzendinggemist niet mag ‘herbruiken’ (rechten, in eigen hand willen houden, hogere eisen aan de technische infrastructuur, etc), maar in het huidige Web-2.0 tijdperk kan dat eigenlijk niet meer. Inhoud moet herbruikt kunnen worden, zeker eigen materiaal van de Publieke Omroep. Een publieke organisatie wil met haar uitzendingen oa nieuws brengen, een bijdrage leveren aan politieke discussies, maar ook bijdragen aan de cultuur van Nederland. Hoe kan een organisatie dit nu beter doen, dan toe te staan dat deze uitzendingen ook op andere sites geplaatst mogen worden? Hierdoor wordt het bereik groter en worden er eventueel meer kanten belicht dan op de tv vaak mogelijk is.

Als de Publieke Omroep een mooie embedded player zou ontwikkelen, zouden de video’s herkenbaar blijven als materiaal van de Publieke Omroep.
Lees verder “Hergebruik van publieke omroep video”